Uit recente gegevens van het CBS blijkt dat vrouwen na het behalen van hun mbo-, hbo- of wo-diploma vaker kiezen voor een deeltijdbaan (minder dan 35 uur per week) dan mannen met een vergelijkbare opleiding. Bovendien stappen vrouwen die al een voltijdbaan hebben, vaker over naar deeltijdwerk dan mannen, met name wanneer zij gaan samenwonen. Dit verschil wordt nog groter na de geboorte van een kind.
Vrouwen en deeltijdwerk
De keuze voor deeltijdwerk is bij vrouwen in verschillende levensfasen zichtbaar. Na het afronden van hun studie kiezen zij vaker voor een baan met minder uren dan mannen. Dit verschil wordt nog groter wanneer zij gaan samenwonen of een gezin stichten. Volgens het CBS heeft dit te maken met de traditionele rolverdeling tussen mannen en vrouwen, waarbij vrouwen vaker zorgtaken op zich nemen en mannen meer uren buitenshuis werken.
De gevolgen van deeltijdwerk
De keuze voor deeltijdwerk kan gevolgen hebben voor de loopbaan en het inkomen van vrouwen. Doordat zij minder uren werken, bouwen zij minder werkervaring op en hebben zij minder kans op promotie. Dit kan leiden tot een lager inkomen en een grotere loonkloof tussen mannen en vrouwen. Bovendien kan deeltijdwerk gevolgen hebben voor het pensioen, aangezien dit vaak wordt opgebouwd op basis van het aantal gewerkte uren.
Maatregelen om deeltijdwerk te verminderen
Om de verschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt te verkleinen, zijn er verschillende maatregelen mogelijk. Zo kan er meer aandacht worden besteed aan het stimuleren van gelijke kansen op de arbeidsmarkt en het doorbreken van traditionele rolpatronen. Daarnaast kunnen werkgevers en de overheid maatregelen treffen om het combineren van werk en zorgtaken voor zowel mannen als vrouwen gemakkelijker te maken, bijvoorbeeld door flexibele werktijden en betaald ouderschapsverlof aan te bieden.
Voor meer informatie, kijk op CBS.nl.